Bezoekadres
Spui 70
2511 BT Den Haag
Telefoon 070 353 20 48
Contact
Met de inwerkingtreding van de Wet open overheid (Woo), op 1 mei 2022, hebben bestuursorganen nieuwe verplichtingen om informatie openbaar te maken. De Rekenkamer Den Haag is een bestuursorgaan en valt dus ook onder de Woo.
De Woo kent in hoofdlijn twee verplichtingen. De eerste is dat een bestuursorgaan zoveel mogelijk informatie actief openbaar moet maken. De tweede is dat het bestuursorgaan verzoeken om informatie in behandeling moet nemen en daarover moet besluiten.
Het uitgangspunt van de Woo is dat iedereen in beginsel recht heeft op toegang tot publieke informatie. Dat is onder meer van belang voor de bescherming van democratische rechten van burgers, het versterken van de rechtspositie van burgers en bedrijven en de versterking van de controle op de overheid door burgers.
Op grond van art. 3.1 eerste lid en art. 3.3 eerste en tweede lid Woo maakt de rekenkamer uit eigen beweging de bij ons berustende informatie neergelegd in documenten voor eenieder openbaar voor zover er geen redenen zijn om informatie niet openbaar te maken of openbarmaking geen redelijk belang dient. Het gaat in ieder geval om informatie over het beleid van de rekenkamer, inclusief voorbereiding, uitvoering, naleving en evaluatie. Specifiek zal de Rekenkamer Den Haag uit eigen beweging de volgende informatie openbaar maken:
De rekenkamer maakt informatie pas actief openbaar nadat belanghebbenden (waaronder het college van b&w) waarvan wordt verwacht dat zij bezwaar maken tegen openbaarmaking, een zienswijze daarover hebben kunnen indienen (Woo art. 3.1 derde lid). Bij openbaarmaken zullen belanghebbenden daarvan op de hoogte worden gesteld (Woo art. 3.1 vierde lid).
Verzoeken om informatie openbaar te maken kunnen ingediend worden bij de secretaris van de rekenkamer via ‘rekenkamer@denhaag.nl’. Wanneer de rekenkamer een verzoek ontvangt om (delen van) deze informatie openbaar te maken, dan zal dit verzoek in behandeling worden genomen. Als het verzoek onvoldoende duidelijk is, vragen wij een nadere toelichting aan de verzoeker. Bij het beoordelen van het verzoek nemen we de vereisten uit de Woo in acht. De artikelen in hoofdstuk 5 kennen uitzonderingen op basis waarvan informatie niet (volledig) openbaar gemaakt kunnen maken, omdat andere belangen zwaarder wegen dan het openbaar maken van die informatie. In dat kader wordt onder meer het recht op privacy van personen die op enige wijze aan het onderzoek hebben bijgedragen, zoals geïnterviewden, meegewogen bij de beoordeling van het verzoek en het belang van de rekenkamer als toezichthoudend bestuursorgaan. Zie hiervoor ook de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 21 april 2017 (UTR 16/3859). Indien de gevraagde informatie ook een derde raakt, zullen wij rekenkamer op grond van art. 4:8 Awb hen om een zienswijze vragen. In beginsel beslissen wij binnen vier weken op het verzoek.